Geuzengeschiedenis
HISTORISCH GENOOTSCHAP OUD SOETERMEER
DE GEUZEN KOMEN ER AAN!
Koning Filips II van Spanje heerste over een enorm rijk, waaronder ook de Nederlanden aan de mondingen van de Rijn, Schelde en Maas. Daar ontstond onvrede: hoge belastingen, economische problemen, inperking van de macht van adel en “provincies” en religieuze intolerantie ten opzichte van het opkomende protestantisme. Dit leidde tot de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648).
Aan het begin van die oorlog probeerde Filips II zijn Nederlandse onderdanen met een troepenmacht tot gehoorzaamheid te dwingen. Hij vond een bijeengeraapt legertje met de scheldnaam Geuzen (les geux = bedelaars) tegenover zich.
Toen Spaanse troepen onder Francisco de Valdèz in 1574 Leiden omsingelden waren de geuzen niet bij machte om over land de stad te ontzetten.
Na lang overleg besloten de Staten van Holland een on-hollandse oplossing toe te passen: de dijken door te steken, de sluizen te openen en het land in de hoogheemraadschappen Delfland en Rijnland onder water te zetten.
Vanaf 3 augustus stroomde het brakke en zoete rivierwater vanuit Maas en IJssel over het land. Op 10 september vertrok de geuzenvloot met allerlei platboomde vaartuigen onder leiding van admiraal Lodewijk Boisot over de Rotte naar het noorden.
Vervolgens staken ze de ondergelopen landen over richting de hooggelegen Voorweg.
Op deze strategische plek hadden de Spanjaarden een schans met kanonnen ingericht (nu ongeveer bij het Haagse bos-kinderboerderij). In de Slag bij Zoetermeer op 17 september trachtten de geuzen de Voorweg te veroveren, maar hun schepen liepen vast in het ondiepe water en de vaartuigen barstten door de terugslag van de kanonnen.
Met hulp van mensen uit de omgeving, waaronder scheepstimmerman Wolfert Adriaensz, maakte de vloot een omtrekkende beweging via Kruisweg door de Binnenwegse Polder (nu Oosterheem). Vervolgens maakten ze een gat in de Zegwaartseweg en vendels soldaten trokken over de weg richting Zoetermeer en Benthuizen, waarbij tientallen huizen in vlammen opgingen. Ook de Oude Kerk werd geplunderd.
Ondertussen voer de vloot zonder veel tegenstand te ontmoeten door de Palensteinse Polder heen en vervolgens via de Leidsewallenwetering en de Noord Aa richting Leiden. Op 3 oktober 1574 ontzetten de Geuzen de stad en kon de zoute haring samen met kaas en brood aan de hongerende bevolking worden uitgereikt.
Ton Vermeulen (Historisch Genootschap Oud Soetermeer)
Wil je meer lezen over fascinerende verhalen uit 1000 jaar Zoetermeerse geschiedenis? Ga dan naar de website van Historisch Genootschap Oud Soetermeer of haal een boek.